Wanneer we de machine gebruiken en het gebruikseffect ervan niet voldoet aan onze eisen of normen, zullen we de reden vinden: waar is de automatische etiketteermachine hetzelfde, en dan de automatische etiketteermachine. Wat zijn de zes belangrijkste oorzaken van instabiliteit?
1. Het riemaandrukapparaat mag niet strak worden aangedrukt, wat resulteert in het loskomen van de standaardriem en onnauwkeurige detectie door het elektrische oog. Druk op het label om het op te lossen.
2. Het tractiemechanisme kan slippen of niet goed worden aangedrukt, waardoor het onderste papier niet soepel wordt verwijderd. Druk op het tractiemechanisme om het probleem op te lossen. Als het label te strak zit, zal het label vervormd raken. Het is beter om normaal aan het onderste papier te trekken. (Als het uitgetrokken onderste papier gekreukeld is, moet het meestal te strak worden aangedrukt)
3. De vorm van het geplakte object is anders of de positionering is anders. Controle van de productkwaliteit.
4. De plaatsing van het gelabelde object moet parallel zijn aan de labelrichting (let erop of het product beweegt tijdens het labelproces en of de linker steunbalk op passende wijze iets hoger kan worden geplaatst dan de rechter)
5. Het etiketteerstation moet een soepele rotatie van het etiketteerstation garanderen (merk op dat dit het etiketstripbord niet kan raken). Wanneer het voorwerp te licht is, legt u de etiketteerstaaf neer en drukt u op het etiketteerstation.
6. In de dubbele labelstatus voert de automatische etiketteermachine een enkel label uit (1) Nadat een enkel label is uitgevoerd, blijft het werkstuk draaien omdat er geen vertraging is voor het tweede label en de machine wacht op het tweede label labeling signaalstatus. (2) Nadat een enkel label is uitgegeven, stopt het werkstuk. Dit komt doordat er signaalinterferentie is in de meetsensor (reset de sensor) of omdat de vertragingsregeling abnormaal is (na tweemaal op jog 2 te hebben geklikt en vervolgens twee keer op jog 1 te klikken is prima.
Posttijd: 30 oktober 2021